Hoe onthouden je hersenen dingen
Introductie
Onze hersenen zijn ingewikkelde organische machines die uit veel complexe delen bestaan. Ieder deel van de hersenen heeft een andere functie, van het controleren van de automatische acties die we iedere dag ondernemen (zoals ademhalen en de hartslag) tot het vermogen om te voelen, proeven, ruiken en horen. Eén van de meest ingewikkelde processen die onze hersenen kunnen uitvoeren is het vermogen om gebeurtenissen en informatie te onthouden.
Sensorisch Geheugen
Sensorisch geheugen is de eerste soort geheugen die de hersenen gebruiken om dingen te onthouden. Het sensorisch geheugen blijft echter het kortst hangen in onze databanken. Sensorisch geheugen werkt als we iets zien, horen, of zelfs voelen. Het gevoel wordt snel opgeslagen in de sensorische registers van de hersenen. Op zo’n moment is de herinnering een exacte afbeelding van wat er is gebeurd. Het is niet verwerkt of veranderd. Hier besluit het brein of de ervaring belangrijk genoeg is om door te sturen naar het korte- of langetermijngeheugen. Zo niet, dan wordt de herinnering vervangen door een nieuwe impuls en vergeten. Is hij wel belangrijk genoeg, dan wordt de herinnering doorgestuurd naar het volgende geheugengebied in de hersenen. De meeste sensorische herinneringen blijven maar een paar seconden hangen.
Kortetermijngeheugen
Kortetermijngeheugen verschilt van sensorisch geheugen – het duurt een paar minuten, niet slechts een paar seconden. Zodra een herinnering dit gebied van de hersenen bereikt is het al verwerkt in een ingewikkelder idee, in plaats van een exacte kopie van wat er gebeurde in het sensorisch geheugen. Kortetermijngeheugen bestaat in twee vormen: gewoon kortetermijngeheugen, en werkend kortetermijngeheugen. Gewone kortetermijnherinneringen bevinden zich maar even in het brein, en worden niet belangrijk gevonden om voor de lange termijn te worden opgeslagen. Op dit moment worden ze verdreven door belangrijkere gedachten. Werkend kortetermijngeheugen is een kortetermijnherinnering die onbeperkt wordt opgeslagen door de informatie continu te herhalen. Door bijvoorbeeld een telefoonnummer steeds opnieuw op te noemen blijft het in je kortetermijngeheugen. Heb je het eenmaal gebeld, dan kan het worden vergeten of opgeslagen in het langetermijngeheugen. Als de informatie belangrijk genoeg is om voor onbeperkte tijd te worden opgeslagen analyseert de frontale cortex van je hersenen, samen met de hippocampus, de informatie en werkt het om de ervaring op te slaan in het langetermijngeheugen.
Langetermijngeheugen
In het langetermijngeheugen gebeurt de meeste actie als het gaat om dingen die je hersenen écht onthouden. Dit begint met het coderen. Tijdens het coderen worden de details van een langetermijnherinnering, zoals geur, kleur of informatie, opgeslagen in de hippocampus van de hersenen. De hippocampus en frontale cortex nemen vervolgens al deze informatie en veranderen het in elektrische signalen die kunnen worden verdeeld over verschillende delen van de hersenen, verbonden via zenuwpaden en synapsen. Eén deel van de hersenen kan de geur van een herinnering opslaan, een ander deel herinnert zich misschien wel een kleur, nummer, of zelfs emotie.
Synaps
De intensiteit van een herinnering in je hersenen hangt af van de kracht van de synapsen tussen de zenuwcellen die de herinnering representeren. Hoe meer je oefent of denkt aan een informatiedeel in je hersenen, hoe meer die specifieke synapsen worden gebruikt. Naarmate ze meer worden gebruikt worden ze sterker. Hierdoor kan de herinnering helderder en duidelijk voor je zijn. Als je de herinnering niet vaak aanspreekt begint de synaps te verzwakken. Hierdoor kun je het vergeten, of kan het lastig zijn om een herinnering op te roepen waar je al lang niet aan hebt gedacht.